Therapeuten

Therapeuten: de psychologische, pedagogische en paramedische begeleiding

De psychologen

De psychologe werkt zowel samen met de kinderen als met de leerkrachten.
Op kindniveau worden de verkregen psychodiagnostische gegevens gebruikt om het ontwikkelingsbeeld van het kind duidelijker in kaart te krijgen. Vanuit deze gegevens kan er een therapeutisch aanbod gedaan worden. Meer bepaald kan dit een individuele speltherapie zijn. Verder gebeuren er op kindniveau ook andere begeleidingsactiviteiten : psycho-educatie naar kinderen toe omtrent hun problematiek (vb ASS), losse gesprekjes in functie van specifieke problemen die het kind ervaart op een bepaald moment, … .
Het tweede werkluik betreft de samenwerking met leerkrachten. Klassenraden bijwonen en hierin zeer specifiek het proces van het kind door en over schooljaren heen opvolgen is een belangrijk gegeven. Ook het ondersteunen van het opstellen van het handelingsplan kent hierin zijn plaats. Daarnaast kan elke leerkracht terecht bij de psychologe met specifieke vragen omtrent de problematiek van een kind, klas of eigen functioneren in het algemeen.

De logopedisten

Een logopediste is de specialiste in taal en rekenen. De logopediste moet deze stoornissen helpen opsporen, maar vooral behandelen. Dit gebeurt meestal door individueel aangepaste oefeningen. De meest voorkomende problemen bij de kinderen hier op school zijn:
- vertraagde spraak- en taalontwikkeling,
- articulatieproblemen,
- lees- en schrijfproblemen,
- rekenproblemen.

De ergotherapeute

De ergotherapeute zet in op algemene motorische ontwikkeling en schrijfmotorische ondersteuning.

De orthopedagoge/gezinsbegeleidster

De gezinsbegeleidster onderhoudt contacten met de ouders. Van bij de start voert zij de intakegesprekken en geeft een rondleiding aan de ouders.

In de loop van het schooljaar begeleidt zij verder de ouders. Dit kan op vraag van de ouders zelf, bij zorgen rond de opvoeding van hun kind. Maar dit kan ook vanuit de school om bv. de informatie uit de klassenraad met de ouders te bespreken. Op deze manier blijven de ouders ook steeds op de hoogte van het functioneren van hun kind.

Verder heeft de gezinsbegeleidster regelmatig contact met externe hulpverleners zoals LSA, CLB, pleegzorg, CLB, OCJ, … Om de begeleiding van en hulpverlening aan de ouders optimaal te laten verlopen is het immers belangrijk om regelmatig informatie aan elkaar door te geven.